O, Jezus , als ik U aanschouw, dan leef weer dat ik van U hou en dat ook Uw hart mij bemint,
nog wel als Uw bijzondren vrind.
Al vraagt dat mij meer lijdensmoed, Och alle lijden is mij goed. Omdat ik daardoor U gelijk.
En dit de weg is naar uw Rijk.
Ik ben gelukkig in mijn leed. Omdat ik het geen leed meer weet. Maar ’t alleruitverkorenst lot.
Dat mij vereent met U, o God.
O, laat mij hier maar stil alleen. Het kil en koud zijn om mij heen. En laat geen mensen bij mij toe,
’t alleen zijn wordt ik hier niet moe.
Want Gij, o Jezus, zijt bij mij. Ik was u nimmer zo nabij. Blijf bij mij, bij mij, Jezus zoet.
Uw bijzijn maakt mij alle goed.
|